Azarja, de zoon van Natan, hield toezicht op de opzichters over de verschillende gebieden. De priester Zabud, de zoon van Natan, was de vriend van de koning en zijn raadgever.
Azarja, de zoon van Nathan, was belast met het toezicht op de ambtenaren; Zabud, de zoon van Nathan, was de priester en een goede vriend van de koning;